Voor het monteren van beugels, douchestangen, wc-rolhouders en dergelijke moet voor zowel voor volkeramische als voor geglazuurde tegels een glasboor gebruikt worden. Meestal 6mm of 8mm. Het is een boortje in de vorm van een kleine speer. Wanneer je je ervan kan verzekeren dat er geen risico is voor een elektrische schok is het afkoelen van de boor met stromend water een goed hulpmiddel tegen het bot worden van de boorkop. Soms kunnen er slechts twee gaten gemaakt worden met één boortje. Dit is normaal.
Laat de boor traag draaien door bv. op een schroefboormachine een laag toerental te kiezen. De aanzet is soms moeilijk wanneer de tegel of glazuur te glad is. Om dit op te lossen neem je het boortje van de boormachine en slaat een klein gaatje in de toplaag van de tegel met het boortje alsof het een beiteltje was.
Voor het uithalen van grote stukken zijn er verschillende technieken. Wanneer de opening grenst aan de zijkant van de tegel is het aan te raden tientallen reepjes te snijden met een (watergekoelde) diamantzaag vanuit de zijkant, deze vervolgens weg te tikken met een hamertje en de onzuivere kant langs de zaag te laten glijden.
Wanneer het gat in het midden van de tegel valt, is de makkelijkste manier een klok te gebruiken voor keramische tegels. Wanneer dit niet lukt vanwege de hardheid van de tegel, of de vorm van het gewenste gat, moet men het gat ook tekenen op de rug van de tegel en van daaruit met een kleine slijpschijf sneden maken. De sneden in de rug zijn breder dan de grootte van het gat aan de voorkant vanwege de dikte van de tegel. Controleer dikwijls of je niet te diep zaagt. Let erop dat de tegel door deze laatste techniek veel breekbaarder wordt bij het manipuleren. Eénmaal geplaatst is er geen risico meer.